Wees bewust van het nut van het proces
Ik deel graag een verhaal wat ik tegenkwam met jullie. Het gaat over twee mensen die heel behulpzaam wilden zijn, ieder op haar eigen wijze.
Een jonge vrouw, de andere vrouw in het verhaal is haar oma. De jonge vrouw was een enthousiast, vriendelijk en krachtig persoon, vol in het leven en altijd bereid om anderen te helpen. De oma was een wijze, oudere vrouw, die al veel van het leven had gezien.
Bewustwording
Samen wandelden zij een keer door de tuin waar ze twee poppen(van rupsen) aan een dikke tak zagen hangen.
Een mooi proces van rups tot vlinder, de fase waarin een rups zichzelf in een cocon opsluit om daar na een tijdje weer uit te komen als een vlinder. De vrouwen spraken af dat ze iedere dag even zouden gaan kijken of de vlinders al uit hun cocon gekomen waren; de jonge vrouw zou de ene cocon in de gaten houden, de oma de andere.
Beweging
Op een dag zagen ze dat er in allebei de cocons leven zat en dat een vlinder zich aan de onderkant door een klein gaatje aan het wurmen was. Het kostte de vlinder zichtbaar veel moeite. De vlinders puften en vroegen de oma en haar
kleindochter om hulp. De jonge vrouw dacht even na en zei: “Ik weet wel iets om je te helpen”. Zij rende naar huis. De vlinder bleef stil wachten op hulp…..
De wijze, oudere vrouw zei echter tegen de andere vlinder: “Ik zal bij je blijven. Ik zal je schaduw bieden wanneer de zon te heet wordt en ik zal je beschutting bieden wanneer de wind te hard waait. Ik zal je opvangen wanneer je valt en ik zal je vleugels droog blazen wanneer je uit je cocon bent geklommen. Ik zal je beschermen zolang je dat niet zelf kan, maar ik kan je hiermee niet helpen. Je bent niet voor niets een rups geweest. Rupsen kunnen zelf in een vlinder veranderen”. Deze vlinder huilde zachtjes…. De oma zong een liedje voor hem om hem op te vrolijken en langzaam, maar verbeten, ging deze vlinder verder met zijn zware werk.
De jonge vrouw kwam terug met een schaar en begon heel voorzichtig “haar” cocon open te knippen. Met heel veel zachtheid, tederheid en oplettendheid bevrijdde zij de vlinder van zijn krappe omhulsel. Dankbaar liet de vlinder het gebeuren. Hij verheugde zich op de vrijheid die hij straks zou hebben. De jonge vrouw ving de vlinder op in haar hand en legde het verfrommelde diertje zachtjes op een mooi, groen blad. “Zo”, sprak zij, “nu mag je zelf je eigen leven gaan leiden”.
Maar de “bevrijde” vlinder kon niet vliegen. Hij was klein, zijn lijf was plomp en zijn vleugels waren krachteloos en gekreukeld. Hij strompelde van het blad af en probeerde in de zon een beetje op te drogen, zodat uiteindelijk zijn vleugels zich vanzelf zouden openen en hij zou kunnen vliegen. Hij voelde zich verdrietig en snapte niet wat er aan de hand was. Net zoals de jonge vrouw, die toch met de beste bedoelingen de vlinder had willen helpen. Hoe kwam het toch dat zijn lijf zo zwaar was en zijn vleugels zo verkreukeld en slap? Een vlinder heeft toch een slank lijfje met mooie, uitgestreken vleugels?
De wijze, oudere vrouw gaf het antwoord op deze vragen. “Weet je”, sprak zij, “de worsteling van de vlinder om uit de cocon te komen heeft een functie. Door zichzelf door die nauwe opening te wurmen wordt het vocht vanuit zijn lichaam naar zijn vleugels gestuwd. Daardoor wordt zijn lijf slank en zijn vleugels volgepompt met lichaamsvocht. Heel delicaat verdeeld, maar genoeg om zijn lichaam te dragen en te vliegen”.
Zij was nog niet uitgepraat of de tweede vlinder worstelde zich uit de cocon. Vlug ving zij hem op, zoals ze beloofd had, voordat hij met een smak op de grond zou vallen. Hij zat op haar hand en rustte uit, met zijn vleugels nog strak om zijn lijfje geslagen. De wijze, oudere vrouw blies hem droog, de vlinder bedankte haar en bewoog langzaam zijn vleugels. De jonge vrouw vroeg de vlinder waarom hij haar oma bedankte; zij had toch helemaal niets gedaan?
Balans
De vlinder gaf als antwoord: “Zij deed heel veel voor mij: zij gaf mij de tijd om te groeien op mijn manier. Zij gaf mij het vertrouwen dat ik kon waarvoor ik geschapen was. Zij beloofde dat zij bij me zou blijven. Zij steunde mij zonder vooroordeel, onvoorwaardelijk. Zij kon mij laten zijn wie en wat ik ben. Zij bood mij comfort wanneer dat nodig was en steunde mij in mijn strijd. Zij zat bij mij in de regen, de wind en de zon”.
Met een gelukzalige glimlach op zijn gezicht draaide hij zich om en vloog in de richting van de zon.
Opmerkingen